Home    Boeken  Gastenboek  Links  Satsang   Spanjecentrum   Tibet


 

deel 2
Weerspiegelingen van Tibet
(terug naar deel 1)

 

 

 

Gelukkig kunnen we regelen dat er alleen een chauffeur en niet de verplichte Chinese gids mee gaat. De keurig in het pak gestoken Tibetaan van het bureautje heeft goede connecties met de Chinezen die de voor de reis benodigde papieren moeten uitgeven. Bij vertrek blijkt de gegarandeerd goede auto geen schokbrekers te bezitten en spreekt de gegarandeerd engels sprekende chauffeur alleen Tibetaans. Hij heeft wel een vrolijke aanstekelijke lach die hij onderweg elke keer te voorschijn tovert als hij een diepe kuil over het hoofd ziet en en ik hoofd bijna door het dak ga. Met handen en voeten slagen we er toch in ons verstaanbaar te maken. Zoals veel Tibetanen in Nutu, onze chauffeur een open en spontane man met een goed gevoel voor humor, een schril contrast met de formele en gesloten Chinezen.

 

Vertrek uit Lhasa.


Hoewel we reeds op ruim 3700 meter hoogte zitten gaan we eenmaal buiten de stad snel omhoog. Bij de op 4800 m liggende Khamba La pas worden we, midden in het niets, gelijk omringd door prachtig opgetuigde yaks die daar op de toeristen staan te wachten, decorstukken voor de mooie foto's voor thuis; vijf yuan alstublieft. Vooruit maar, Eveline, lichtelijk protesterend, wij zijn tenslotte geen toeristen nietwaar, ook maar op de yak. Een bus vol Japanners wordt een eindje verderop in een collectieve glimlach vereeuwigd voor het Yamdrok Tso, het heilige turquoise meer. Het paradijselijke landschap wordt helaas bedreigd door Chinese plannen voor een krachtcentrale. Met onze twee Nederlandse reisgenoten lopen we nog hoger de berg op om te genieten van de stilte die er hoorbaar is. In die stilte lijkt m'n mind meer herrie te produceren dan ooit. Op de weg naar beneden verzamelen we als dank aan de berg alle achtergelaten blikjes en rondslingerend papier.

In Gyantse bezoeken we de volgende dag de Kumbum stupa, een vergulde toren met dertien verdiepingen en daarin 70 kapellen, elk ervan boordevol beelden van boeddha's, lama's en muurschilderingen. De Tibetanen versieren alles nog rijker, bonter en overdadiger dan de katholieken, elk kapelletje is een feest van kleuren, goden en halfgoden. Hoeveel boeddha's kan een mens eigenlijk aan op een dag? Na Sera, Drepung, Ganden en kleine kloosters en tempels diende zich bij ons de eerste verschijnselen van kloostermoeheid aan. In een van de kapellen waar Milarepa, de populaire poëet, kluizenaar, magiër en heilige uit de elfde eeuw, in zijn kenmerkende pose met de hand achter zijn oor zit, gaan we in stille meditatie zitten. De vredige sfeer van de kapel laat ik diep in me doordringen.

 

Het lot van Tibet

 


Wat een pijnlijk lot is Tibet, het land van de Dalai Lama, van mededogen, toch ten deel gevallen. Zoals Osho, een grote indiase mysticus, zegt: 'Tibet is één van de belangrijkste landen van de wereld, eeuwenlang heeft het zich aan meditatie toegewijd. Nergens is zo'n geconcentreerde poging gedaan om het wezen van het menszijn te ontdekken. In deze eeuw zijn veel mooie dingen

vernietigd, maar Tibet staat boven aan de lijst.'
Is het karma van het land? Worden de monniken en nonnen zo onderdrukt als gevolg van de onderdrukking van het gewone volk door de eeuwen door de heersende geestelijke klasse? Of is het een signaal dat de tijd van de kloosters voorbij is en spiritualiteit in het dagelijks leven geleefd moet worden, niet meer afgezonderd van de gewone wereld?

Shigatse


In Shigatse, Tibet's tweede stad en de volgende plaats op onze route, bezoeken we het Tashilunpo klooster, vanouds de officiële residentie van de Panchen Lama. Na de Dalai Lama heeft de Panchen Lama de hoogste status in de hiërarchie van het Tibetaans-boeddhisme. De vorige Panchen Lama is onder verdachte omstandigheden overleden en de jongen die als zijn incarnatie geldt is door de Chinezen gekidnapt. In het klooster bezoeken we een grote kapel waar de Maitreya, de boeddha van de toekomst op zijn lotustroon zit. De Tibetanen geloven dat Champa, zoals zij hem noemen, pas zal verschijnen om onze wereld te leiden als de mensheid zijn karma heeft voltooid. We laten deze stad de volgende dag achter ons en reizen over de tijdloze ruige hoogvlakte verder richting Nepal. Onderweg zien we talloze boeren aan het werk om de gerst, het meel voor de tsampa, te oogsten. We genieten van de oneindige leegte van het landschap, de hemel hangt zo laag dat ik het gevoel heb hem te kunnen aanraken. We zijn verstoord als we tot in de kleinste gehuchten Chinese politie aantreffen, meestal kletsend in het plaatselijke restaurantje te midden van de lokale bevolking. Veel van de indrukkend leg ik vast op foto, maar vaak heb ik er geen zin in, wil ik alleen maar aanwezig zijn, ervaren, voelen. Soms duiken mensen schichtig weg als ik de camera te voorschijn haal, houden hun hand voor het gezicht of reageren afwerend.


Een andere keer wordt de hand gretig opgehouden, of prijzen mensen zichzelf compleet met baby tegen betaling aan als model. Veel vragen ze niet, met één of twee yuan (kwartjes) zijn ze al helemaal blij.
Graag zou ik dagen in de leegte en stilte van het platteland willen blijven. Maar contract is contract en onze altijd vrolijke chauffeur rijdt ons door plassen en kuilen, dorpen en vlaktes met de horizon op oneindig, op schema naar de grens.

In Nyalam, een modderig provinciestadje met lelijke Chinese gebouwen wordt de invloed van Nepal al merkbaar, de gezichten anders, de straten rommeliger en de lucht minder stil. In de stad zien we veel Chinese en Tibetaanse meisjes die in prachtige mantelpakjes, volledig gekapt en opgemaakt, de straat aanvegen of vlees staan te hakken. Op de rode één oktoberdag rijden we de stad uit, op weg naar de veertig kilometer verder gelegen grensplaats Zhangmu. Op het dorpsplein zitten voor een groot Chinees gebouw, met veel bekend blauw glas erin en talloze rode vlaggen ervoor, veel Tibetanen en Chinezen te wachten tot de één october viering begint. Een merkwaardig afscheid van een land dat me steeds dierbaarder wordt. De afdaling van het Tibetaanse plateau gaat snel. In de grensplaats Zhangmu drinken we ons laatste kop zoute boterthee en eten we een paar momo's. Na lang wachten stempelt een vriendelijke Chinese douanier ons Tibet uit. Dan gaat het stijl omlaag. De ruim tien kilometer lange weg die het niemandsland tussen Tibet en Nepal overbrugt is zelfs voor een landcruiser nauwelijks berijdbaar. Langs diepe afgronden en talloze bochten slingert de weg naar beneden. Een half uur later staan we bij de ruim 1300 meter lager gelegen Nepalese grens.



Naar huis

'You can always come back,' zegt een stewardess enige dagen later
tegen ons als we op Kathmandu Airport na enig getreuzel als laatsten het vliegtuig instappen. Via Abu Dabi en Londen vliegen terug naar de
lage landen.
Schiphol hult zich bij aankomst in een laag melancholische mist.

 

 


 

 

 

klik voor vergrotingen: 


eveline in drepung

 

 


snot-neuzen

 

 

 


onderweg in hebu

 

 


de gerst wordt geoogst

 

 


ganden klooster 4500 m

 

 


nomadenkinderen

 

 

 


gebedsvlaggen op
ton la pas

 

 


tong la pas

 

 


gyantse

 

 

eevmet dzo
gyantse

 

 


gyantse

 


maitreya buddha in tashilhunpo

 


tingri

 

 


hoogvlakte

 

 


shegar, met vernielde dzong

 


shegar



Home    Boeken  Gastenboek  Links  Satsang   Spanjecentrum   Tibet