Een spirituele
marxist
Prembuddha in
gesprek met Arjuna
'Wat heb je gevonden op je tocht?'
'Absoluut niets! Ik heb heel lang naar iets gezocht.
Zoals vele mensen had ik het gevoel, als ik naar m'n leven keek,
dat er een mogelijkheid moest
zijn om het leven dieper, voller te leven.
Als ik om me heen keek zag ik m'n ouders die steeds ruzie maakten
en veel ongelukkige mensen.
Dat is niet de natuurlijke manier van leven!
Als kind had ik het gevoel op de verkeerde planeet te zijn beland.
Op m'n veertiende ging ik dan ook al op zoek, begon met yoga
en meditaties. Twintig jaar lang was ik via therapie en retraites
op zoek naar verlichting. Bij het woord verlichting had ik geweldige
fantasieën, want niemand heeft er een echt duidelijke definitie
van. Voor mij was het een staat zonder gedachtes en gevoelens,
een niet zo slechte definitie van Alzheimer, zou ik nu zeggen.
Na twintig jaar zoeken hoorde ik in 1991, op reis in India, over
een man die een zeer diepgaande uitwerking had op mensen die
hem bezochten: H.L Poonja. Ik reisde af naar Lucknow waar de
man woonde en zocht daar aangekomen zijn adres op in het telefoonboek.
Ik kreeg zijn zoon aan de lijn en die haalde me op zijn scooter
op. Elke leraar die ik tot nu toe was tegengekomen had me altijd
de een of andere oefening of meditatie te doen gegeven. Als ik
maar trouw dit of dat deed zou ik vinden wat ik zocht. Poonja
benaderde me totaal anders: 'Wie is degene die vrij wil zijn.'
vroeg hij mij. Het leek een belachelijke vraag. Zoiets als je
iemand die wegrent van een brand tegenhoudt en vraagt waar het
vuur is. Na zes dagen bij Poonjaji te zijn begon de vraag m'n
wezen te doordringen. Ik werd op een ochtend wakker en probeerde
die entiteit, dat 'ik' te vinden. Die persoon die nog steeds
bezig was het verhaal van zijn jeugd te helen. Toen ik rechtstreeks
keek kon ik niemand vinden en dat was een absolute shock voor
me! Ik ontmoette bewustzijn, oneindige stille aanwezigheid waarin
geen persoon meer te vinden was. Het werd me duidelijk dat dit
er altijd is, en dat die persoon alleen maar een gedachte is.
Er is een lichaam dat door dat bewustzijn wordt ervaren, meestal
gepaard met de gedachte dat het een afgescheiden entiteit is.
Maar bij nader onderzoek bleek dat niet waar. Dat onbegrensde
bewustzijn is verlicht nog onverlicht. De dingen zijn nu gewoon
zoals ze zijn. Als die fantasie van een persoon is losgelaten
zijn er geen problemen meer, alles is zo als het is punt.
In India zijn er veel mensen die nauwelijks iets bezitten maar
op een merkwaardige manier die ik niet echt kan beschrijven,
ervoer ik dat alles ook zo is als het moet zijn.'
'Hoe ga je nu met de wereld om?'
Een boom is gewoon een boom en niets anders, alles bestaat binnen
in het bewustzijn. Het is als de oceaan; golven komen op en vallen
terug in oceaan, zijn de oceaan. Het klinkt zo betekenisloos
maar alles is simpelweg wat het is. M'n woorden komen uit die
stilte. Maar dat maakt me niet anders dan wie dan ook, gedachten
en gevoelens vinden spontaan plaats maar er is geen doener. Het
idee 'ik' onstaat spontaan uit de stilte. Die gedachte heeft
geen betrekking op iets echts. Hoe is het mogelijk om zoiets
simpels over het hoofd te zien? Altijd als bewustzijn zichzelf
herkent is er de logische maar ook mysterieuze vraag: hoe heeft
de illusie zo sterk kunnen zijn?'
'Wat identificeert zich dan met een
gedachte?'
'Het bewustzijn zelf woont tijdelijk in die gedachte. De hele
schepping is een experiment van bewustzijn om zichzelf te belichamen
en zijn potentie te vinden. Het leven is een spel van bewustzijn,
het schept verschillende vormen zodat het zichzelf kan ontmoeten.
En, zoals een cartoontekenaar die grote monsters tekent, kan
het ook bang worden van zijn eigen creaties. Het punt waar het
om draait is dat bewustzijn liefde kan ontdekken. Dat bewustzijn
naar zijn eigen creaties kan kijken en liefde en schoonheid kan
ervaren. Het identificeert zich met zijn eigen creaties, scheidt
zichzelf van zichzelf af. En als we het goed onderzoeken zien
we dat er nooit echt iets is gebeurd. Bewustzijn is altijd bewustzijn
gebleven, het beleefde een fantasie.'
'Tot op het punt dat het zich zelf
bevecht?'
'Bewustzijn wil ook dat ervaren. Als bewustzijn gevangen raakt
in de droom van afscheiding is de bottom line: hoe kan ik krijgen
wat ik wil. Als ik mezelf als een afgescheiden persoon ervaar
ontbreekt er iets. Er moet iets in m'n omgeving zijn dat die
leegte kan opvullen. Als ik maar. dan zou die leegte gevuld zijn,
geld, macht, relaties, ga maar door.
Vanuit het perspectief van de oorspronkelijke bedoeling van het
spel is comfort niet interessant. Bewustzijn onderzoekt wat het
kan scheppen. Een cartoontekenaar die alleen maar lieve cartoons
maakt is saai. Vanuit bewustzijn gezien zijn oorlogen interessant.
Als je met de creatie geïdentificeerd bent is het afschuwelijk.
Vreemd niet?'
'Hoe was het om met Poonjaji te leven?'
'Ik voelde me in zijn omgeving als een muis die aangestaard wordt.
Iets in me wist dat ik die ontmoeting niet zou overleven, het
was een angstaanjagend gevoel.
Z'n 'leer' kan je in zijn boeken lezen. 'Wie ben ik,' om die
vraag draait het daar allemaal om. In dat onderzoek wordt alles
ontmanteld en vind je vrede. In het dagelijkse leven creëerde
Poonjaji ongelofelijk uitdagende situaties voor de mensen om
hen heen. Vaak wordt gedacht dat het leven rondom hem harmonieus
en vredig was. In werkelijkheid was het vaak een chaos, het tegendeel
was waar. Er was constant drama aan de gang in zijn huis en hij
creërde het. Hij schiep situaties zodat mensen konden ervaren
hoe aanwezig ze waren, hij testte ons tot op de bodem. Papaji
beantwoorde niet aan het conventionele beeld van een heilige
man, hij was multidimensionaal. Hij kon zo zacht zijn dat je
niet kon geloven dat er zoveel van je gehouden werd. Hij kon
kwaad zijn, ondeugend; seksgrappen vertellen die ik niet zou
durven te vertellen. Hij was als een kameleon, hij was wat die
bepaalde persoon nodig had.'
'Wilde je zelf satsang gaan geven?'
'Ik werkte al als therapeut, leraar zijn kan een grote valkuil
betekenen, denken dat je speciaal bent.
Toen ik bij Poonjaji was waren er twee mensen die satsang gaven
Devaprem en Gangaji. In die tijd was mijn vrouw in verwachting van ons eerste kind. Poonjaji
vertelde toen anderen, heel typisch Poonjaji, dat ik naar Amerika
zou gaan en daar belangrijk werk zou gaan verrichten. Maar tegen
mij zei hij niets. Ik hoorde het natuurlijk, dus ik vroeg hem
wat hij wilde. 'Satsang geven,' was daarop zijn antwoord. Dat
meen je niet, was mijn reactie. Ik had wel een bepaalde aanwezigheid
gerealiseerd maar ik was me er ook bewust van dat ik helemaal
niets bijzonders was. Ik had nog steeds het idee dat ik helemaal
geen reacties op wat dan ook moest hebben om te kunnen onderwijzen.
'Ja, zei Poonjaji, de waarheid is een grote grap, ga dat delen.'
Ik voelde me erg opgelaten. Ik voelde me er niet klaar voor,
er moest een hogere staat van zijn om te realiseren.
Een paar dagen later bezocht ik hem in zijn huis. Hij zat in
zijn kamer de krant te lezen. Hij was verdiept de kleine advertenties,
hij las ze allemaal! Hij las gewoon door en luisterde niet echt
naar me. Ik zei 'Papaji, je hebt me gevraagd satsang te geven.'
'Ja ja,' mompelde hij.
'Ik voel me er niet klaar voor. Ik voel dat ik in het proces
van ontwaken ben.' Toen keek hij naar mij met de blik van een
leeuw; 'Zeg zoiets nooit meer!'
Dat was een sterke hit. Hij zei in feite, de gedachte dat je
bezig bent te ontwaken houd je tegen. Toen ik terug ging naar
Amerika voelde ik nog steeds: wie ben ik om te wat dan ook te
gaan doen? Maar het ging vanzelf
Met wat vrienden probeerden we naar een tape van Papaji te luisteren.
Maar er stond zoveel herrie op, claxons, ossewagens dat het nauwelijks
te verstaan was. Toen ik probeerde het uit te leggen gebeurde
er iets, een energie die niet van mij kwam vulde de kamer. En
dat is de laatste tien jaren zo gebleven.'
'Wat is voor jou verlichting?'
'Een concept in het woordenboek van degenen die slapen. Ik ben
niet verlicht of onverlicht. Ik ben wat jij bent, wat iedereen
is; bewustzijn dat door dit lichaam heen naar buiten kijkt. Bewustzijn
is oneindig, omgeboren, onsterfelijk. Omdat het nooit verandert
kan je niet verlicht worden, of onverlicht. De schoonheid van
bewustzijn is dat het de capaciteit heeft om gedachten te scheppen
die zich op hun beurt kunnen manifesteren. Het kan ook gedachten
creëren die nergens op slaan. De gedachte 'ik' slaat niet
op een objekt.
Als je droomt dat je aangevallen door een hond wordt je onrustig.
Je wilt van die hond af zien te komen. Veel mensen zullen je
vertellen om die hond te eten te geven, er vrienden me te worden
of hem kwijt te raken. Dat is allemaal therapie. Omhels je innerlijke
kind, probeer het probleem op te lossen alsof het werkelijk bestaat.
Als je gelukkig hebt kijk je op een goed moment om je heen en
zie je dat er geen hond is. Wakker worden is zien dat er geen
hond is. Je ziet dat het probleem niet echt is. Je hoeft ook
niets te 'ontdoen.' Alleen maar te herkennen wat er op it moment
aanwezig is, wat deze geluiden hoort. Noem het vrede, stilte,
aanwezigheid.
Toen Papaji me vroeg of terug te gaan
naar het westen was mijn nadruk geheel op ontwaken, op de aandacht
die terugkeert naar zichzelf en uitvindt wie er aanwezig is.
Dat is belangrijk, als dat er niet is is er alleen maar een droom.
Drie jaar lang lag de nadruk in de satsangs die ik gaf volledig
op dat zelf onderzoek. Het viel me op dat de mensen steeds maar
terug bleven komen. Wat ze meestal zeiden was dat als ze in satsang
waren alles helder was maar als ze in hun dagelijkse leven terugkeerden
ze 'het' kwijt raakten.
Die ervaring van het kwijt te raken ben ik in mijn eigen leven
gaan onderzoeken. In 1993 gebeurde er een aantal pijnlijke dingen
in mijn leven. Al het geld dat ik had verdiend verdween in een
verkeerde investering. Ik had moeilijkheden met mijn gezondheid
en mijn huwelijk werkte niet. Ik begon het patroon van het kwijtraken
te herkennen. We raken het kwijt als we weerstand bieden tegen
wat er gebeurt. Bewustzijn wil alle mogelijkheden onderzoeken,
leuk of niet. Maar vanuit het perspectief van het individu hebben
we een beeld wat er niet en wat er wel mag gebeuren in ons leven.
We brengen een groot deel van onze tijd door met weerstand te
bieden aan wat er gebeurt. Dat weerstand bieden geeft het idee
dat we 'het' weer kwijt zijn. Vanaf 1994 ligt de nadruk in mijn
werk op het loslaten van de weerstand tegen wat er in onze levens
gebeurt. Onze levens worden dan meer toegewijd aan vrijheid dan
aan comfort. Ik heb een manier ontwikkeld waarmee de kern van
de weerstand, een energie, verwijderd kan worden. Als de weerstand
er af is zijn de dingen zoals ze zijn en lossen op in bewustzijn.
Waar ikzelf weerstand tegen bood was dat mijn geld verdwenen
was. Veel mensen zonder geld zijn gelukkig. Je lijdt alleen maar
als je denkt dat je meer zou moeten hebben. Dat met je hoofd
begrijpen is gemakkelijk, maar om werkelijk verandering te brengen
moet er iets op energetisch nivo veranderen. Als je je hele leven
tegen eenzaamheid vecht en daar de weerstand vanaf haalt blijft
er eenzaamheid over, en dat is goed nog slecht. Als je in dit
ogenblik geheel aanwezig bent met wat er is dan wordt dit ogenblik
een verlicht moment. Leven wordt dan elk moment opnieuw de weerstand
loslaten.
Bewustzijn is altijd in een staat van vrede, dat kan ook niet
anders, het heeft geen inhoud, het is daardoor ook op een bepaalde
manier saai, er gebeurt niets. Bewustzijn kan als een kunstenaar
scheppen. Bewustzijn schept identiteit en afscheiding. Het hoogtepunt
wordt bereikt als bewustzijn naar zijn eigen schepping kijkt,
zichzelf terug ziet kijken en dan zijn eigen schoonheid ziet.
Dat spel noem ik liefde, bewustijn dat zichzelf herkent als bewustzijn.
Als deze manifestatie er aan gewijd is om zichzelf op die manier
te zien wordt dit leven een geven in plaats van proberen te krijgen.
Een rivier van liefde geven. Andrew Harvey zei eens 'Als ik terugkijk
kan ik me geweldig voelen over waar ik nu ben maar als ik vooruit
kijk zie ik steeds hogere pieken. Ik kan me niet voorstellen
hoe deze rivier van liefde zou kunnen stoppen.'
Waar ik echt in geïnteresseerd
ben, is hoe we als mensheid verder groeien. Om gezamenlijk dat
stralende bewustzijn verder te verkennen en als liefde te gaan
leven. Ik zie het als een collectieve onderneming. Niet op de
manier van die heeft het gevonden en die niet. In wezen ben ik
een spirituele marxist.
Veel mensen die tien jaar geleden
op zoek waren hebben inmiddels hetzelfde ervaren, ervaren dat
ze bewustzijn zijn.
Velen zijn nu geinteresseerd
wat het betekent om bewustijn te belichamen. Tien jaar geleden
volgden de meesten van ons een bepaalde leraar en ontleenden
er vaak hun identiteit aan. Nu is dat inmiddels de uitzondering,
mensen omhelzen spiritualiteit op een wijze die verbindt. Wat
gaat dat voor de wereld gaat betekenen, voor het milieu, voor
oorlog? Het is opwindend om dat uit te vinden. Wat de uitkomst
wordt is voorlopig nog een mysterie. Het is fantastisch nu op
deze planeet te zijn en te zien wat er plaatsvindt. Spiritualiteit
betekent niet meer je terug trekken uit de wereld en sex opgeven.
We zijn nu gemeenschappelijk geïnteresseerd om volheid te
leven, in onze relaties, in sex, in de wereld.
Hoe gaat werk er uit zien als je je vervuld bent, als je je voelt
overstromen?
Het experiment wordt om in dagelijkse leven vanuit die volheid
te gaan leven, in onze gemeenschap, in onze relaties. Dat wordt
Het Grote Experiment.'
Gepubliceerd in 'Inzicht', december 2002
|