Door Prembuddha
Zelfrealisatie, verlichting, het zijn
woorden die in onze wereld steeds meer een plaats beginnen te
krijgen. Steeds vaker zeggen mensen hun ware aard te hebben gevonden,
wakker te zijn geworden, zichzelf hebben gerealiseerd. Soms dragen
zij dat naar buiten toe uit, willen anderen helpen hetzelfde
te vinden. Vaak gaat dat in de vorm van retraites of in bijeenkomsten
die satsang worden genoemd: het zijn in aanwezigheid van de waarheid,
in de aanwezigheid van een verlicht iemand. In Nederland worden
er sinds enkele jaren veel van dit soort bijeenkomsten georganiseerd
Er is iets wezenlijk aan het veranderen in onze wereld, noem het een stille
spirituele revolutie. Wie ogen heeft om te zien, ziet deze revolutie
vorm krijgen over de gehele planeet. Rani is een Nederlandse
die meer dan twintig jaar lang de zoektocht naar zichzelf heeft
gemaakt en heeft gevonden. In het Zuid-Indiase Tirunvanamalai,
een stad bekend door de grote verlichte meester Ramana Maharshi
en de heilige berg Arunachala sprak Prem Kroonbergs met
haar.
Rani:
'Eigenlijk zijn we altijd op zoek geweest naar: wat kan ik het
beste doen en; als ik niet de juiste keuze maak gaat het misschien
verkeerd. Altijd met het gevoel iets tekort te komen. Het leven
is een geheel verzorgde reis omdat dat wat we zijn, het ene,
het geheel of hoe je het ook maar wilt noemen voor alles zorgt.
Elk mensenleven krijgt precies toebedeeld wat er nodig is om
weer terug te komen bij de oorspronkelijke bron. Dus alles wordt
gegeven. Als jij moeilijkheden nodig hebt krijg je die. Iedereen
heeft een aantal zaken op te lossen in dit leven, heeft lessen
te leren. Je hebt soms wat obstakels nodig om te zien waar de
blinde vlek zit.
Maar om terug te komen op die geheel
verzorgde reis. Wat je nodig hebt krijg je. Op het moment dat
je een leraar nodig hebt, komt er één je leven
binnenstappen. Op het moment dat je het nodig hebt om alleen
te zijn, om dingen dieper te doorzien, ben je ineens alleen.
We praten nu erg over de buitenkant van
dat verzorgde leven, maar als je stil bent en je herkent dat
jij datgene bent waaruit alle leven voortkomt en alle leven weer
in terugkeert, weet je dat ogenblikkelijk. Dan zie je dat alles
in perfecte harmonie verloopt, en wat er gebeurt altijd het juiste
is.
Dat klinkt mooi maar veel mensen zien het leven vaak als een
struggle. De mensen die op zoek zijn, zoeken iets moois als 'verlichting'
om uit die struggle te ontsnappen.
Zo zag het er voor mij in mijn jeugd ook uit, in de eenzaamheid
van de pubertijd en ook later. Ik was altijd op zoek naar het
goede. De mind verdeelt alles in goed en slecht, pijn en eenzaamheid
willen we niet. De mind wil altijd gelukkig zijn. De body-mind
heeft het gehele scala van ervaringen tot zijn beschikking, van
agony tot ecstasy. En onze conditionering is dat we veel niet
willen, geen pijn, angst, oorlog, strijd, geweld, donkerte of
eenzaamheid. Die hebben we als negatief leren beschouwen en proberen
we buiten de deur te houden.
Maar is dat niet van nature zo? Zelfs elk dier probeert pijn
te vermijden.
Probeert
een dier pijn te vermijden? Een mens probeert pijn te vermijden;
ik wil niet ziek zijn, ik wil naar buiten. Een dier probeert
helemaal geen pijn te vermijden. Mijn kat heeft soms echt pijn.
Dan gaat ze héél rustig liggen en likt haar wonden,
wacht tot ze beter is. Die hoor je niet huilen en die zie je
niet proberen te rennen als ze niet kan. Die gaat rustig liggen
tot de pijn voorbij is en ze genezen is.
Ik weet nog dat een vriend van me z'n
been brak en hij toen een jaar niet goed kon lopen. Dat was een
jaar lang een gevecht. Hij probeerde nog steeds alles te doen,
zodat dat been ook nooit beter werd. Dat is typisch voor de mens.
Als ik nu heel simpel zeg wat verlichting
is, dan is dat: te zien dat alles wat gebeurt perfect is. Er
is geen commentaar op. Wat gebeurt gebeurt, punt. Wat er is,
is er. Als je verlicht bent is er geen afwijzing meer van wat
er gebeurt. In verlichte staat is er een natuurlijke respons
naar wat er zich voordoet, zonder verder kommentaar.
Is dit waar je mensen van bewust probeert te maken tijdens
satsang?
Eén van mijn leermeesters, Dolano, zei: zoveel compassie
kun je toch wel hebben, dat je je vrien-den duidelijk kunt maken
dat het leven simpel is, ze niet hoeven te lijden. Dit sloeg
bij mij in als een bom. Ook voelde ik me overvol met alles wat
Osho mij zestien jaar lang heeft gegeven. Osho heeft mij laten
zien dat er ook een hele grote geschiedenis bestaat van verlichting,
van vele boeddha's. Uiteindelijk heb ik in Osho's commune, nadat
hij al acht jaar zijn lichaam uit was, verlichting gevonden.
Het was de methode van Ramana Maharshi, een verlichte meester
uit India, die mij de realisa-tie bracht. Zijn methode bereikte
mij via Dolano en Gangaji. Ik voel me nu overvol, ik kan en wil
niets anders dan delen wat ik zelf gevonden heb.
Op wat voor manier kun je mensen in satsang helpen om zichzelf
te realiseren?
Allereerst door te kijken naar wat er hier en nu is. Door genade
is het voor mensen die naar satsang komen mogelijk te stoppen
met al dat zoeken. Myste-rieus, want ik heb zelf tweeëntwintig
jaar geprobeerd te stoppen met zoeken. Op een gegeven ogenblik
zag ik wat er over is als je niets meer zoekt. En het is zo gemakkelijk
te herkennen, dat iedere lezer op dit moment even alles kan stoppen.
Alles. Stoppen met proberen te weten te komen wie je bent, met
proberen gelukkig te zijn. En wat vind je? Wat is er over? Helemaal
niets, een oneindig niets. Een oneindig zijn. En dat wordt door
de meeste mensen over het hoofd gezien. Ik heb dat zelf ook twintig
jaar lang over het hoofd gezien. Als je blijft rusten in dit
niets begint het zich te vertonen als een volheid. Ook dat is
weer mysterieus. Want volgens de mind kan iets niet vol en leeg
tegelijk zijn, niet volledig. Sommige mensen noemen dit niets
stilte, of rust, anderen noemen het liefde, vrede, of het geheel.
Ik heb ervaren dat het kleine ik één
van mijn vele manifestaties is. Maar ik ben dat wat leven geeft
aan dit lichaam. Ik ben die liefde waar ik altijd naar op zoek
ben geweest.
Waarom vinden zo weinig mensen verlichting als het zo eenvoudig
is?
Allereerst zijn er niet zo weinig mensen die het vinden. Hoe
lang het echter duurt voordat alle misverstanden in de mind verdwenen
zijn weten we niet. Dat is ook niet belangrijk. Op het moment
dat je weet wie je bent maakt het niet uit of je mind stil of
druk is.
We hebben zo'n gecompliceerde mind, dat
is heel anders dan in de tijd van Buddha. Onze mind zit vol met
spirituele bullshit, vol ideeën en concepten. Dus die mind
die heeft wat hulp nodig, moet geïnformeerd worden. Dat
kan alleen maar als je naar die mind kijkt vanuit eenheid, vanuit
stilte. Die mind zegt bijvoorbeeld Rani kan niet ver-licht zijn,
ik ben een gewone Hollandse vrouw. En dan onderzoek je dat. Is
dat waar? Nee, dat heeft er kennelijk niets mee te maken. Op
die manier gaat dat zelfonderzoek nog even door. Dat was een
grote openbaring voor mij. Ik had altijd gedacht dat verlichting
één grote klap is en ik daarna altijd in bliss
zou zijn, er niets meer fout zou kunnen gaan. De realiteit is
een kristalheldere realisatie maar desondanks heeft de mind dan
toch nog veel twijfels. Of vergelijkt met de groten als Boeddha,
Osho, Ramana, Jezus. Het onderzoek gaat na de realisatie van
wie je bent dus nog een tijdje door, in het oosten noemen ze
dat het opbranden van de vasana's, van de oude ge-woontes.
Hoe kun je in satsang mensen helpen om die waarheid te herkennen?
Dat kan ik niet, dat gebeurt, de mind valt stil en dan is de
herkenning er. Dan kan ik doorgeven wat ik zelf allemaal heb
onderzocht.
Eerst is er een realisatie, dat kan overal
gebeuren. Daarna komen die momenten meer en meer voor. Soms zeggen
mensen goh, die satsang is wel weken bij me gebleven en toen
was het weer weg. Dat betekent dat de illusie weer geloofd is.
Dan volgt meestal een fase die Ramesh Balsekar, een Indiase meester,
de flip-flop staat noemt. Het ene moment is alles duidelijk,
je herkent het Niets en je kunt je niet voorstellen dat je het
ooit niet hebt gezien. En dan val je terug in de oude gewoonte,
dan kijk je weer door dat kleine luikje van de mind. De mind
geeft de oude gewoonte om meester te spelen in huis niet zo makkelijk
op.
Op een goeie dag, en dat kan je niet
doen, is er een blijvende shift.
Op een gegeven ogenblik zag ik dat al
die dingen die ik geprobeerd had, therapie, meditatie, me niet
die vrede bracht die ik zocht. Toen heb ik een aantal keer meegedaan
aan een zelfonderzoekgroep. In zo'n groep zit je vijftien uur
per dag tegenover elkaar en je stelt elkaar afwisselend een vraag:
Vertel me wie je bent. In die situatie werd het antwoord steeds
zo duidelijk. Maar zodra die groep voorbij was kwam de gewoonte
om toch weer door die mind te kijken terug. Op het laatst gaf
ik me over, zag ik in dat ik het niet zelf kon doen. Na de laatste
groep probeerde ik het niet meer krampachtig vast te houden en
toen ontdekte ik ineens dat m'n hele leven veranderde. Ik kon
b.v. een geliefde zonder enig probleem volledig loslaten.
Een totale acceptatie van je leven zoals het was op dat moment?
Ja, ineens was dat er gewoon. Omdat er geen klein ik meer was
die zei ik wil dit of dat vasthouden. Toch volgde nog een periode
van twijfel. Ik ben toen naar verschillende satsangs gegaan of
eigenlijk is het meer correct om te zeggen dat verschillende
satsangs naar mij kwamen, de reis ging geheel verzorgd verder.
Vrienden sleepten me mee naar satsang of ik kwam terecht in een
huis waar iemand logeerde die satsang gaf. Zo kwam ik in Poona
bij Dolano terecht. Ze is heel liefdevol, maar binnen drie kwartier
had ze me volledig vastgenageld. Ik zag totaal helder dat twijfel
ook maar een gedachte is, en elke gedachte komt en gaat. Daarna
was ik vrij van twijfel, zelfs als die gedachten nogmaals opkwamen.
De mind moet geïnformeerd worden zeg je, moet je je juist
niet van die mind bevrijden?
Ik ben blij dat je het vraagt want dat was dus ook één
van de grootste obstakels, het idee dat ik me moest bevrijden
van m'n mind. Niet ik maar het ware zelf bevrijdt je. Iemand
die zichzelf nog niet gerealiseerd heeft, zegt dat hij zich moet
bevrijden van die mind. Die ziet niet in dat die ik die mind
zelf ben. Dus dat is een gebed zonder eind. De mind kan zichzelf
niet om zeep helpen, net zo min als je jezelf aan je schoenveters
kunt optillen.
Op de dag dat wij geboren werden was
de mind nog open. Maar vervolgens krijg je allemaal verkeerde
informatie. B.v. jij bent heel speciaal, of, ik had liever gehad
dat je een meisje was, ik vind je een beetje te druk enz. Dus
die mind komt vol met ideeën: christelijke, religieuze,
sociale, ga maar door. Die mind wordt helemaal verkeerd geïnformeerd.
'De belangrijkste misinformatie is dat jij verantwoordelijk bent
voor het overleven van dit organisme. Dat is zo'n belasting.
Dat betekent dat je alles onder controle moet houden. Zodra je
ziet dat jij datgene bent dat wat leven geeft aan elke vorm,
zie je dat die mind helemaal niets onder controle heeft.
Dan weet je dat het leven een geheel
verzorgde reis is en je het niet allemaal zelf hoeft te doen.
Ik wil even terugkomen op dat herkennen. Er zijn veel mensen
die zeggen 'het is niet iets simpels, het is groots en dramatisch,
de dood van het ego'.
Het is het meest gewone wat je maar kunt bedenken. Ik heb het
ook altijd geweten toen ik een kind was, heb het alleen maar
over het hoofd gezien, want het is wie ik ben. En het heeft voor
mij een tijd geduurd om het gewone te kunnen herkennen als het
goddelijke. Het is het simpelste van het simpelste van het simpelste.
En je zal Buddha, of Osho, of Ramana mij niet horen tegenspreken.
Die zeggen allemaal hetzelfde.
Dit hele gebeuren is een mysterie. Dus
we kunnen nooit precies de waarheid spreken. Maar ik zie wel
een aantal dingen. Iets dat ik bijvoorbeeld zie, is dat mensen
die nu wakker worden al heel lang voorbereid zijn. Door jaren
meditatie bijvoor-beeld. Ook de mind is al geïnformeerd.
Dus het is niet zo'n gigantische klap, als het was voor sommigen.
Er is het bekende verhaal van de vrouw die bij de bushalte verlicht
werd (Collision with the Infinite, Susan Segal), dat was zo'n
klap, die was helemaal niet voorbereid. Dat gebeurt echter zelden.
Een acute complete realisatie gebeurt heel zelden. Dan is het
inderdaad een klap voor het sys-teem en mensen gaan daar soms
ook zelfs van dood. Of, wat heel veel gebeurt, het lichaam gaat
door veel pijn heen. In de meeste gevallen verloopt het in deze
tijd echter zonder problemen.
Wat is jouw achtergrond, wat heeft jou op het spirituele pad
gebracht?
Zoals de meeste zoekers heb ik geen makkelijke jeugd gehad. Ik
denk dat ik dat met alle zoekers gemeen heb. Ik wilde altijd
de wereld veranderen, dus werd ik verpleegster. Ik werd geen
dokter omdat ik me tegen m'n vader afzette. Al die pijn die ik
als verpleegster in de ziekenhuizen zag kon ik niet aan. Ik zat
er regelmatig op de wc met tranen in mijn ogen, ik wist niet
wat ik ermee moest. Dus ging ik sociale academie doen. Maar daar
kon ik echt helemaal niets mee. Uiteindelijk gaf ik alles op,
liet een fiets met 10 versnellingen bouwen en ging in 1975 met
een vriendin de wereld rond. Ik was in die tijd behoorlijk nihilistisch,
niets had meer enige zin. En al fietsende, ik was nog niet in
België of ik had al in de gaten van oh, dat gaat mee. Ik
kan de wereld niet achter me laten, de wereld zit in me. En hoe
verder ik weg kwam, hoe duidelijker dat werd. En hoe depressiever
ik werd. Totdat ik aan de Rode Zee, in Israël, in de woestijn
terecht kwam.
Ik zag daar op het strand een kwal liggen en dat werd het begin
van mijn zoektocht. Ik speelde ermee en vroeg me af wat die kwal
nu bij elkaar hield, ik kon er geen centrum in vinden. Toen kwam
voor het eerst het idee van een centrum bij me op. Ik voelde
dat ik ook geen centrum had, ik ging daar naar op zoek. God mag
weten waarom, dat idee kwam opeens in mijn leven. Ik kon het
in die tijd alsmaar niet in mezelf vinden en het eindigde ermee
dat ik dood wilde. Ik kreeg zelfmoordi-deeën. Ik ben toen
gered door een psycho-therapeut die mij in Jeruzalem in huis
nam. Hij zette mij weer op mijn poten en stuurde me terug naar
Nederland. Daar probeerde ik alleen maar het hoofd boven water
te houden. Terug in Nederland wilde ik eigenlijk nog steeds alleen
maar uit het raam springen. Toen ik ontdekte dat ik daar te laf
voor was besloot ik echt te gaan leven, alles te gaan uitzoeken
tot op de bodem van de put. Op mijn zoektocht kwam ik terecht
bij de macrobiotiek. Nou, als je op zoek bent naar iets, dan
is de macrobiotiek hartstikke handig, die geeft instant antwoord.
Maar na vijf jaar was ik zo mager als een lat en mijn vriend
op het randje van doodgaan. Op een goede ochtend werd ik wakker
en werd het me duidelijk dat de macrobiotiek het ook niet was;
ik had al in geen jaren meer gelachen of gedanst. Op dat moment
kwam Osho in mijn leven.
Mijn eerste kennismaking met Osho was dat er regelmatig sanyassins
in mijn winkel kwamen. Ze vroegen altijd om suiker en honing,
dus ik verachtte ze tot in het diepst van mijn hart. Opeens gingen
een paar vrienden van mij naar Osho, mensen die ik toch wel verstandig
achtte, en ze kwamen terug als sanyassin. In de zomer van 1981
besloot ik om ook zelf naar de ashram van Osho in India te gaan.
Osho vertrok op dat moment echter naar Amerika en het hele feest
ging niet door. In Amsterdam werd in die tijd een groot Osho
feest georganiseerd, de Full Moon Affair, toen was ik opeens
helemaal van de sokken. Ik kwam na dat feest 's ochtends om zeven
uur thuis, zonder tas, schoenen, geld of jas en ik vond het helemaal
niet erg. Ik was op het feest alles kwijtgeraakt maar ik voelde
me zo ongelofelijk gelukkig. Dat had ik nog nooit meegemaakt.
Ik kwam in aanraking met de Humaniversity,
het Osho-centrum in Egmond aan Zee, en ben daar gaan wonen. Daar
heb ik op het gebied van sex drugs en rock en roll alles uitgeleefd
wat er uit te leven viel. Ik heb er mijn puberteit ingehaald.
Veel gelachen, veel gehuild, heel dramatisch. Hoewel ik sanyassin
was geworden betekende Osho nog steeds niet veel voor me. Op
een goede dag grepen de ogen van Osho me opeens toen ik naar
een foto van hem keek. Dat was het begin van urenlang naar zijn
tapes luisteren, lezen en mediteren. Maar ik was te rusteloos
om te kunnen mediteren. Ik nam in die tijd ecstasy en ging dan
naar Osho luisteren. Dan was ik helemaal in tranen. Alle lezingen
van Osho over de Heart Sutra van Boeddha heb ik zo be-luisterd.
Prachtig. Als de tape was afgelopen zat ik een uur of vijf, zes
in stilte. Dat heeft me echt leren mediteren. Drugs zijn echt
goede vrienden geweest van mij. Die hebben alleen echt bewust-zijnsverruimend
gewerkt. Ik ben er nooit zo ingeraakt dat het me pijn heeft gedaan.
Vervolgens ben ik naar Poona gegaan, maar ik vond het er allemaal
te druk. Ik wilde alleen zijn en reisde door naar Thailand.
Daar ontdekte ik voor het eerst dat alleen zijn niet bestaat.
Voor het eerst van mijn leven was ik zonder angst. Ik luisterde
er naar een tape van Osho, de Seven Valleys van een soefi-meester.
In die lezing sprak Osho over de zeven valleien van het zoeken,
die ben ik allemaal doorgegaan. Ik zoek nu niets meer. This is
it. De mind was nog steeds bezig met unwinding; met alles te
verwerken van mijn tijd in van Egmond. Ik lag de hele dag in
de hangmat, ik deed niets.
En toen, prachtig natuurlijk, kwam er
een lover aan. Ik had me al tijden echt met niemand bemoeid en
binnen twee dagen had ik schreeuwende ruzie met hem. En toen
zei ik, oh nee, ik ben dus toch niet verlicht, dit kan niet.
Toen kwam Osho in mijn droom, hij stond in z'n witte Poona-gewaad
op mijn veranda en zei 'It is time to come back to the buddhafield'.
Ik wilde er niks van weten. Ik was echt kwaad ik zei nee, nu
heb ik geld, ik ga hier een huis bouwen en hou je mond dicht.
Maar nadat die droom drie dagen achter elkaar terug kwam ben
ik toch op reis naar Poona gegaan. Als ik nu terugkijk naar toen
hij me terugriep naar Poona kan ik echt zien dat het nodig is
geweest. Overgave, alsmaar weer opnieuw die overgave. Ik kan
wel zeggen dat deze seeker echt z'n best heeft gedaan. Deze seeker
heeft héél hard gezocht. De allereerste keer, de
allereerste echte herkenning gebeurde in een groep: The Path
of Love. Min of meer in het midden van een catharsis en ik kwam
werke-lijk niet meer bij. Ik denk echt dat ik een uur... en ik
ben niet iemand die zo bulderend lacht, ik lach meer van binnen
zo, een beetje grinnikend. Maar toen heb ik echt zitten BULDEREN
van het lachen. Van die Rani, die Rani. Om Rani hè, om
Rani, om al dat proberen, om al die pogingen om een betere Rani
te worden. Ik heb echt in een deuk gelegen. Dat was in een situatie
waarin iedereen heel stil was en zo en ik kwam niet bij van het
lachen. Iedereen zat te mediteren en ik probeerde de hele tijd
dat lachen in te houden . Kijk iedereen nou eens proberen om
stil te zijn, maar stilte is er al! 't IS ER AL!
Bij de eerste echte realisatie lag ik
in een deuk. Klassiek hè?! Vooral omdat Rani zo d'r best
heeft gedaan, zo hard d'r best heeft gedaan. Zoveel groepen gedaan
en zoveel groepen geleid en zo hard gewerkt en (diepe zucht)
zo hard geprobeerd om goed te zijn. Zo erg geprobeerd om lief
te zijn en te helpen. En dan te zien dat dat Rani helemaal niet
was. Dat Rani, dat kleine poppetje precies deed wat ze moest
doen. Ja dat vond ik zo grappig.
Dan kom je op de contradictie dat
de zoektocht zelf het vinden in de weg staat. En zonder die zoektocht
schijnt het niet zo vaak te gebeuren.
Ik moet er ook nog één
ding aan toe voegen waarmee ik meestal elke satsang begin: het
is een misverstand dat wij altijd gedacht hebben dat verlichting
een ervaring van gelukzaligheid is. Maar het is geen ervaring,
het is veel dieper, het is dat waarin alle erva-ringen komen
en gaan. Verlichting betekent niet dat alles altijd goed, dat
er altijd een gevoel is van liefde en bliss. Hele-maal niet,
maar er is ook niemand meer die dat wil.
Ik vind het nu zo mooi om een instrument
te mogen zijn in de transformatie die er in onze tijd gaande
is. Op de een of andere manier is die Rani-body-mind er op getraind,
het hele leven lang. Als het vandaag ophoudt, ook goed, maar
ik ben zeer dankbaar dat ik een instrument mag zijn.
Wat is nu in jouw leven door dit alles
anders geworden?
Niks. En omdat je nooit de waarheid kunt zeggen zonder beide
kanten te bezien moet ik zeggen niks en alles. Het leven gaat
precies zo door, aan de buitenkant is er niets veranderd. Vroeger
leidde ik therapiegroepen, nu geef ik satsang. Maar alles is
veranderd omdat niets meer belangrijker is dan iets anders. Er
is geen streven meer. Er is niet meer de continue evaluatie van
de mind; van heb ik nu wel het goede gedaan, moet ik nu niet
dit doen, o god, had ik nu maar dat gedaan. Er is zoveel tijd
vrijgekomen voor spel. Op het moment dat je jezelf realiseert
stap je die brug over van samsara naar leela. Van de wereld van
illusie naar de wereld van het oneindige kosmische spel.
Dit artikel is gepubliceerd in 2001
in het april/mei nr. van Lotus.
Een klein nawoord van Rani in September
2002.
'Dit intervieuw vond plaats in februari 2000. Sindsdien is
veel op zijn plaats gevallen en veel beginners enthousiasme en
arrogantie ontmanteld.
Wat ik toen nog enlightenment noemde noem ik nu: First Awakening,
Baby buddhahood.
De eerste schreden in het land van Leela. De herkenning van wie
je bent en het in je dagelijkse leven in alle akties direct te
herkennen en ervaren zijn niet altijd hetzelfde. In de drie en
een half jaar na de ontwaking is zoveel meer onthuld en deze
openbaring gaat alsmaar door. No beginning no end.
Dit is wat ik kan delen in satsang en met elke stap van mijn
leven.'
|