Hans Laurentius (1964)
bestudeerde jarenlang het spirituele.
Na zijn opleiding tot spiritueel therapeut op het centrum
de Leonardushoeve in Belfeld werd hij er zelf docent. Zijn zoektocht
voltooide zich toen hij in aanraking kwam met de Advaita
Vedanta. Ramana Maharshi en Nisargadatta Maharaj rekent hij tot
zijn leraren. Maar ook J. Krishnamurti, Alexander Smit, Ramakrishna,
Osho en de Tibetaanse Lama Shabkar (Dzokchen traditie) hebben
hem op zijn pad geïnspireerd.
Sinds 1998 geeft hij satsang op verschillende andere plaatsen
in Nederland.
Hans is auteur van twee boeken: Zelfrealisatie, het spiritueel-energetische
pad, en: De vreugde van de verlichting. Beide boeken
zijn bij Ankh-Hermes verschenen.
Het hart ontwaakt
Prembuddha in gesprek met
Hans Laurentius
Op zoek
'Heel jong begreep ik al niet
wat volwassenen allemaal aan het doen waren. Mijn argwaan groeide
omdat de volwassenen die zo zeker waren van zichzelf er zo vreselijk
ongelukkig uitzagen. Maar ze vertelden de kinderen wel hoe ze
moesten leven. Ik begreep dat als ik zou gaan doen wat die volwassenen
zeiden, ik zelf ook zo zou worden, en dat wilde ik niet. Steeds
had ik het gevoel dat er iets anders moest zijn. Puur door om
me heen te kijken en te zien hoe ongelukkig mensen zijn trok
ik die conclusie. Daar was nog geen religieus besef bij. Ik zag
overal hebzucht en stupiditeit, buiten me maar ook binnen me.
Ik ging op zoek, begon van alles te lezen. Ik las veel romans,
parapsychologie, science fiction, al het uitzonderlijke trok
mijn aandacht, wellicht als verzet tegen het gewone. Ik vond
daarin ook geen antwoorden en ging ik westerse filosofie en psychologie
bestuderen, dat allemaal nog in mijn tienerjaren. Daar liep ik
ook tegen grenzen aan, ik kreeg in de gaten dat mensen zich uit
het denken proberen te denken. Door het 'toeval' kreeg ik een
geheel ander boek in handen: de Tao Te Ching. Daar snapte ik
helemaal niets van, maar ook explodeerde er iets in me dat het
wel begreep. Ik kan het me nog goed herinneren, in een klein
leesgroepje van vrienden discussieerden we over alles dat we
lazen. Tot mijn verbazing kon ik een commentaar op het boek geven
waaruit bleek dat ik het begreep. Met mijn denkend verstand snapte
ik het niet, als ik er over nadacht raakte ik hopeloos in de
knoop. Dat boek zette de deur open om andere spirituele boeken
te gaan lezen.
Na een poging de mts te volgen ging ik in een fabriek werken.
In werktijd schreef ik veel, schreef over alles wat ik tegenkwam,
boeken die ik las, dagboekachtige dingen. Toen schreef ik al
over ego; waar ik dingen vasthield en over het onvermogen om
bij openheid te komen. Die toestand van openheid die ik nu het
'zelf' noem, noemde ik toen 'de vriend'. Er waren twee andere
toestanden; de depressieve en de sociale, die twee waren uitwisselbaar
maar de derde toestand, de vriend, die kwam zomaar en die maakte
alles ok. Die toestand noemde ik ook wel de observer, de waarnemer.
Mijn verbazing was groot toen ik, nu tien jaar geleden, een boek
van Krishnamurti in handen kreeg die het daar constant over had.
Toen dacht ik; shit dit ken ik! Deze toestand ken ik al tien
jaar! Krishnamurti was de eerste spirituele leraar waar ik me
echt instortte. Ik las en las en las, ik moest gewoonweg lezen.
Net zolang totdat die leeshonger opgebrand zou zijn, tot het
mijn eigen ervaring zou zijn dat je er via het denken niet komt.
Ook dat had ik wel gelezen, maar het wordt pas werkelijkheid
als je het aan den lijve ondervindt. Ik kon niet stoppen met
lezen. Een jaar lang las ik alleen maar Krishnamurti en schreef
daarover, probeerde het in een gedicht of een liedje uit te drukken.
Af en toe had ik een flits tijdens het lezen, ik zie mezelf nog
zitten in mijn kamertje. Ik keek naar buiten door een opening
in de boom, soms was er ineens helderheid en vervolgens was het
weer weg. Dat waren flitsen van het passieve gewaarzijn waar
Krishanmurti over sprak. Voor mij voelde dat gewaarzijn niet
passief, het is zo levend, zo actief. Verlicht zijn betekende
voor mij destijds dat je in zo'n permanente flits zit, maar dat
leerde ik af in de loop der jaren. Een flits is ook iets dat
komt en gaat, het is niet het wezen. Inzichten en ervaringen
komen en gaan. Het wezenlijke is datgene waar het allemaal in
plaats vindt, of wat daar getuige van is. In die zin is het wezenlijke
zeer passief, het vindt er niets van. Het 'zelf' staat het allemaal
toe, het is uitstekend als er een inzicht komt maar ook als dat
weer weggaat.'
De Leonardushoeve.
'Van een vriend van me kreeg ik een cassette
van Ad Stemerdink. Toen kreeg ik het gevoel ja, daaaar moet ik
naar toe! In de eerste week die ik daar meemaakte liep iedereen
tegen zichzelf aan. Niet zo leuk, dan loop je tegen onvermogen
aan, en tegen de frustraties. Toen ik van die week terugkwam
was ik enthousiast en barstte van de energie. Hetty, en ook mijn
moeder, voelden dat er iets heel wezenlijks met me was gebeurd.
In diezelfde periode kwam ik een boek van Alexander Smit tegen,
en kort daarop het boek van Nisargadatta. Iemand had het gelezen
en zei: 'Als je hier een zin uit leest ben je klaar.' Ik pak
dat boek, doe het open en ik lees erin: Boem, dat is het, ik
snapte het gelijk, dit is het, dit is waar ik naar gezocht heb,
dit is de deur. Op de Leonardushoeve leerde ik invoelingsvermogen,
m'n hart te gebruiken. Leren voelen, bij mezelf maar ook bij
een ander. Tegelijkertijd was ik bezig met inzicht krijgen in
wat realisatie inhield. Op de één of andere manier
heb ik de mazzel gehad het allebei heel makkelijk te kunnen,
te kunnen zien wat de essentie is van iets en te voelen of het
klopt. Dat hoort bij elkaar te zijn anders loop je op één
been. Dat zie ik nu vaak gebeuren. In dat hele advaitaveld lopen
een hele boel heldere mensen rond maar het vriest er ook. Mensen
die zichzelf wel herkennen als bewustzijn maar geen mededogen
hebben ontwikkeld. Waar het omgaat is dat het hart ontwaakt.
Die mentale realisatie moet doorzakken tot in het hart. Als dat
gebeurt komt liefde in actie.Na mijn opleiding ging ik cursussen
opzetten met alles wat ik geleerd had, chakra reading, meditatie
cursussen, therapie, whatever. Alles wat ik geleerd had wilde
ik aanbieden. Toen het besef doordrong wat wij wezenlijk zijn
kon ik dat niet meer volhouden. Op een geven moment kon ik niet
meer over energie praten, en kwam er een heel verhaal over bewustzijn
uit mijn mond. Sommige mensen losten op, anderen hadden iets
van: hier kom ik niet voor, wat is dit? Blijkbaar was het de
bedoeling dat ik ergens anders over ging praten. Het eerste jaar
dat ik satsang gaf had ik de illusie dit is zo helder, ik vertel
dit een paar keer en men is wakker, dat doen we effe. Maar het
liep anders, ik had zelf ook nog iets te leren.
Nisargadatta en Ramana.
Ik had geen direct persoonlijk
contact maar toch was Nisargadatta mijn guru. Toen ik zijn boek
kreeg heb ik een foto van hem opgehangen. Ik keek naar hem, huilde
naar hem en ik praatte tegen hem, voor mij was hij er. Ik kon
hem niet aanraken maar hij raakte mij wel degelijk, dat ging
heel diep. Die foto kwam als een atoombom binnen, zo heftig.
Op een gegeven ogenblik pakte ik ook een boek toch een boek van
Ramana uit de kast. Toen ik even in zijn ogen keek moest ik gewoon
huilen. Het was voor een deel verdriet wat naar buiten kwam,
maar vooral ontroering, dankbaarheid. Soms zo sterk dat ik plat
op de grond ging liggen en helemaal oploste in geluk. Van Nisargadatta
heb ik helderheid gekregen en van Ramana liefde. Ramana was was
een atoombom van liefde, alles wat onwaar was sloeg hij kapot,
hij kroop als het ware gewoon in me, de 'outer teacher' die de
'inner teacher' wakker maakte. Het veranderde tevens mijn satsangs,
in het begin waren die vol interactie, alleen maar praten. Nu
zijn er ook periodes in de satsang van stilte, dat er alleen
maar oogcontact is, er darshan, energie uitwisseling, plaatsvindt.
Dat heb ik van Ramana gekregen.
Realisatie in dagelijks leven
Als je vrede vindt in jezelf
kom je minder snel in conflict met een ander. De dramatiek is
uit mijn leven verdwenen, niet dat alle dingen even leuk zijn,
maar de neiging die we hebben om alles op te blazen is gewoon
weg. Er is een continue stilte, helderheid, een besef dat alles
ok is, alles, ook als ik een keer pissig ben. De hele zoektocht
was gebaseerd op zelfafwijzing, op het sleutelen aan mezelf.
Dat is heilloos, je kunt blijven sleutelen, steeds weer een nieuw
ideaal creëren. Wat ik gevonden heb is een totaal in mezelf
vallen, ongeneeslijk mezelf zijn. Het leren gaat intussen gewoon
door, maar ik hoef niet meer te zoeken. En je blijft gewoon je
individuele trekjes houden. Nisargadatta bleef het opgewonden
standje dat hij altijd al was en Osho de grote grappenmaker.
Ramana was altijd al vriendelijk en dat is alleen maar erger
geworden. Ik merk bij mezelf een voortdurend zachter worden.
Hoe ik na de wereld kijk is heel afhankelijk van mijn stemming.
Er zijn momenten als ik het nieuws aanzet ik simpelweg zit te
huilen. Maar ook momenten dat het glashelder wordt ervaren als
deel van het totaal, een soort opruiming. Dan is er ondanks wat
ik zie totale ontspanning. Ik ben niet zo iemand om met spandoek
omhoog de wereld te verbeteren. Iedere stap die ik zet is een
groot dankjewel aan wat ik heb gevonden, aan de liefde. En ik
weet dat alleen liefde ons gelukkig zal maken. Wat moet ik anders
dan dit geven? Als die realisatie in iemand plaatsvindt en kan
doorwerken, je werkelijk de belichaming wordt van liefde/waarheid
verandert je blik op alles fundamenteel. Ook je inherente kwaliteiten
komen dan steeds meer aan de oppervlakte. Als iedereen in zijn
vaardigheid blijft en dat van binnenuit ontwikkelt kan er iets
leuks gaan gebeuren in onze wereld
Die zelfrealisatie is niet zo ingewikkeld. Maar de doorwerking,
het belichaming ervan in de maatschappij, in relaties, werk,
conflicten, en die realisatie helemaal leven dat is andere koek.
Je kunt in satsang de dingen glashelder zien en je in het dagelijks
leven als een grote eikel gedragen. Dat kan dus niet, het moet
dan nog veel verder doordringen, tot in je botten. En dat heeft
tijd nodig. Het belangrijkst vind ik de bereidwilligheid om te
leren, om los te laten, om over je ego heen te stappen. Je oefent
dat door te leven, door bijvoorbeeld in een conflict met iemand
af te zien van gelijk te willen hebben, en
je af te vragen wat jouw bijdrage aan het conflict is. En in
positieve zin door op te letten, zowel te zien als te voelen
waarom dingen wel goed gaan. Realisatie is meer een begin dan
een eindpunt! Realisatie is een geboorte, je weet dan dat je
wat je wezenlijk bent niet kwijt kunt raken.'
Het grote experiment
Jan van Delden zei dat het na
zijn eerste realisatie tien jaar duurde voordat hij kon zeggen:
'Deze stoel is echt leeg.' Is dat ook jouw ervaring? 'Ja, mooi
gezegd, puinruimen dat is wat te actief, het is meer toelaten
dat die persoon verder oplost, niets ontkennen overal afblijven.
Ieder keer als jij als persoon, verlicht of niet, gaat sleutelen
aan jezelf dan zeg je dat je het beter weet dan god. Nou, helaas.
Je hoeft alleen maar te kijken en dat niet aflatend te doen.
Bewustzijn is geen probleem dat is er altijd. Het gaat er nu
om vanuit bewustzijn in de wereld te gaan leven, dat wordt het
grote experiment.'
Interview gepubliceerd in Lotus no. 21 najaar 2002
|