Over God, stilte en vertrouwen.
Hans Laurentius:
'Wanneer mensen spreken over vertrouwen, gaat het meestal over zelfvertrouwen. Het lijkt dan noodzakelijk zelfvertrouwen te ontwikkelen, te leren vertrouwen op je zelf dus, dat wil zeggen op wie jij als persoon denkt te zijn. Vervolgens kan er dan ook vertrouwen in de ander ontstaan, want zelfvertrouwen blijkt hand in hand te gaan met het vertrouwen van de ander, de wereld etc. (wat op zich al aangeeft hoe alles één is).
Gaandeweg ontdek je wellicht dat je desondanks, ondanks je vertrouwen dus, gevangen blijft in het dualisme van wel en niet vertrouwen. Het is iets om bij voortduring in de gaten te houden en te onderhouden, en als het al zover komt dat dat niet meer nodig is, blijft het toch beperkt tot een in wezen persoonlijk vertrouwen, en betekent het de instandhouding van de scheiding tussen ik en niet-ik.
Het kan echter gebeuren dat er een transformatie optreedt en er iets ontstaat dat ik wel Goddelijk vertrouwen noem. In wezen natuurlijk is dit (een) realisatie. Eerst kan het lijken alsof je als persoon moet leren vertrouwen op God (of het Goddelijke als je dat liever hebt), in essentie is dat echter evenzeer de gespletenheid in stand houden, maar zo kan het lijken. Zo wordt het een langdurig proces van overtuigd raken zo lijkt het wel, er blijft echter altijd een afstand een scheiding bestaan tussen de God waarin vertrouwd wordt en de 'vertrouwer', het zal duidelijk zijn dat dit vertrouwen nooit volledig kan zijn: er zijn immers twee partijen in het spel en als God al als 100% betrouwbaar wordt ervaren is dat nog maar de vraag aan de kant van de vertrouwer. Goddelijk vertrouwen kan dus niet ontwikkeld worden, is niet het product van enigerlei inspanning.Feit is echter dat wie God ont-dekt vertrouwen wordt, het is niet een kwaliteit waarover je als individu beschikt, het is (een aspect of karakteristiek van) je aard, het is een deel van wat je bent. Het dualisme verdwijnt en er is niet iemand meer die op God zit te vertrouwen, maar God manifesteert zichzelf als het ware als vertrouwen.
Het besef van vol vertrouwen zijn echter verdwijnt (er kan hooguit verwondering zijn over hen die niet vertrouwen(d) zijn) zodra dit gerealiseerd is, omdat het tegendeel (niet-vertrouwen) simpelweg is verdampt. Men kan immers nooit verliezen wat men is, en realisatie wil alleen maar zeggen het volledig doordrongen worden van wat men is, was en zal zijn en niet het scheppen of ontwikkelen van iets 'nieuws'.
Wie zegt vertrouwen te hebben spreekt daarom altijd een halve waarheid. Hij die (vol) Goddelijk Vertrouwen is, manifesteert dit moeiteloos en denkt nooit na over dit onderwerp - behalve zoals gezegd wanneer geconfronteerd met iemand die meent geen vertrouwen te kennen en daar iets over vraagt.Realisatie is eenwording met God, of beter, het herontdekken van de oorspronkelijke, al 'aanwezige' eenheid met God. Het is de spontane ontdekking Alles te zijn, ofwel God te zijn. Goddelijk vertrouwen is alles. Stel je simpelweg open en het blijkt er te zijn, het is de kunst van het ontvangen, bereid te zijn om het te ontvangen, dat is alles. De enige reden waardoor je meent geen vertrouwen te 'hebben' is door de verkeerde zienswijze (je kunt het niet hebben, enkel zijn). Of anders gezegd: een gebrek aan openheid of ontvankelijkheid.
Ik hoor je denken: maar wat kan ik dan doen?
Welnu, ik zal je een schijnbare handreiking doen. Als je mediteert en je wil vertrouwen, stel je dan simpelweg open en vraag er om, wees stil en bereid te ontvangen, en laat het dan los. Stel je open, zodanig dat je zelfs afstand doet van je wens (om vertrouwen in dit geval). Wees stil. In stilte lost de vraagsteller op en treedt als bij wijze van spreken het ware op de voorgrond. Maar het wonder voltrekt zich in stilte, door stilte, want stilte is alles, de ingrond van alles. Vanuit atilte komt alles tot stand. Vertrouwen is een manifestatie of aspect van God aan de geobjectiveerde, dat wil zeggen, kenbare kant. Stilte is de wezenlijke aard, stilte is de kern van de zaak, of we dat nu God, Zelf, Bewustzijn, Leegte of de Innerlijke Goeroe willen noemen of wat dan ook. Maak stilte tot het brandpunt van je aandacht en al wat in de weg lijkt te staan lost op en ervoor in de plaats ontspringt de Goddelijke zorgeloosheid die verlichting heet. Streef dus niet, maar wees stil(te).'Uit Hans Laurentius boek "De vreugde van verlichting" (Ankh-Hermes 2000).