In een gemeenschap hoeft niemand zich aan te passen
Het perspectief van 'community building.' Kees Voorberg
Oude en nieuwe vormen van gemeenschap
'Vroeger was alles beter dan nu!' Je komt nog altijd mensen tegen die dat geloven. Een van de dingen die volgens hen vroeger beter waren, is dat er meer gemeenschapszin was. Mensen hadden meer dan nu het gevoel dat ze ergens bij hoorden. Mensen waren met elkaar verbonden op een manier die nu niet meer bestaat. Het dorp, de buurt, de kerk, de vakbond, de vereniging, de politieke partij vormden vroeger een verband waarin mensen zich opgenomen en thuis voelden.
Het is waar, dat veel van die oude vormen van gemeenschap geheel of nagenoeg verdwenen zijn. Dat is echter niet alleen maar een verlies en het is ook niet voor niets gebeurd. Oude vormen van gemeenschap, hoe waardevol ook, hadden een hoge prijs. Om bij een gemeenschap te horen, moest je je aanpassen aan de normen van die gemeenschap. En dat betekende bijna altijd dat je een deel van je individualiteit moest opgeven. Je moest je aanpassen aan de normen en gedragsregels die in een dorp of buurt heersten om geaccepteerd te worden als dorps- of buurtgenoot. Dat kon sociale verplichtingen met zich meebrengen waar je geen 'nee' tegen kon zeggen. Iedereen was onderworpen aan sociale controle. Om bij de gemeenschap van de kerk te horen, moest je je geheel onderwerpen aan de leer van de kerk, niet alleen wat betreft het geloof, maar ook wat betreft de moraliteit. Je mocht wel een geweten hebben, maar dat geweten moest overeenstemmen met de waarden van de geloofsgemeenschap. Op soortgelijke wijze vroegen andere gemeenschappen het individu zich te onderwerpen aan hun normen en dat ging ten koste van de vrijheid eigen keuzes te maken.
In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw was er sprake van een toenemend verzet tegen de normen en gedragsregels van de 'oude gemeenschappen'. Daarop volgde een periode van individualisering, die nog niet tot een einde gekomen is. De individualisering kan voor een deel begrepen worden als een weigering nog langer de eigen identiteit te willen opgeven terwille van de gemeenschap. Daarmee draagt de individualisering in belangrijke mate bij aan het verdwijnen van oude gemeenschappen. Een terugkeer naar die oude vormen van gemeenschap is ondenkbaar en onwenselijk, omdat de verworven zelfstandigheid van het individu een te hoge waarde is om opnieuw op te geven. De illusie dat vroeger 'alles' beter was, klopt dus niet. Die kunnen we rustig loslaten.
Toch bestaat er ook in onze tijd een grote behoefte aan gemeenschap, aan verbondenheid. De nostalgie naar vroegere vormen van gemeenschap is daar slechts één signaal van. Andere signalen zijn te zien in spirituele bijeenkomsten binnen en buiten de kerken (EO jongeren- en familiedagen, RK jongerenmanifestatie, new age festivals), in muziekfestivals en in stille tochten als gemeenschappelijk protest tegen zinloos geweld.
Nieuwe vormen van gemeenschap kunnen echter alleen levensvatbaar zijn, als ze recht doen aan de nieuwe waarden van individualiteit. Er moet ruimte zijn voor individuele verschillen en persoonlijke verantwoordelijkheid. De Amerikaanse psychiater Scott Peck heeft beschreven en in de praktijk laten zien langs welke wegen zulke nieuwe gemeenschappen ontwikkeld kunnen worden. Hij noemt zijn benadering community building. Sinds een aantal jaren passen ook mensen in Nederland Peck's methode van community building toe.
Het proces van community building
Scott Peck beschrijft community building als een proces dat een aantal fasen doorloopt. Hij noemt die fasen pseudo-community, chaos, leegte en community. In de praktijk lopen de fasen soms wat door elkaar of kan een groep soms - tijdelijk of blijvend - terugvallen in een vorige fase. Toch maken de fasen wel duidelijk hoe een proces van gemeenschapsopbouw kan verlopen. Community building kan zowel een spontaan begonnen proces zijn als een proces waarvoor bewust gekozen is. In beide gevallen kunnen er momenten zijn, waarop de ontwikkeling van een groep in de richting van een gemeenschap stagneert. Als die stagnatie te lang duurt is het belangrijk dat de groep een bewuste keuze kan maken verder te gaan naar een volgende fase en zo de stagnatie te doorbreken.
Als mensen voor het eerst en uit vrije wil bij elkaar komen om iets te ondernemen of te beleven, dan zijn ze gewoonlijk van goede wil. Ze zijn bereid hun beste beentje voor te zetten. Ze hebben er iets voor over om tot iets gezamenlijks te komen. Ze zijn bereid zich in zekere mate open te stellen voor anderen. Ze hebben over het algemeen een positieve instelling en ze zijn geneigd het positieve in anderen te zien. Dat kan het begin van een nieuwe onderneming
tot een aangename gebeurtenis maken: mensen geloven ergens in en handelen daarnaar. Het lijkt een beetje op verliefdheid: je hebt vooral oog voor het positieve van de anderen, je voelt je prettig bij de anderen en je hebt er zin in met elkaar aan de slag te gaan.Al deze dingen zorgen ervoor dat er in deze fase veiligheid en vertrouwen kunnen ontstaan. Dat is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de groep: dankzij deze veiligheid en dit vertrouwen is het mogelijk straks ook moeilijker dingen met elkaar onder ogen te zien en een plek te geven. Scott Peck noemt dit eerste stadium van gemeenschapsvorming de fase van pseudo-community. Het lijkt op het eerst gezicht op community - zoals verliefdheid op liefde lijkt - maar het heeft nog weinig diepgang en is daarom nog niet bestand tegen moeilijkheden. Als de moeilijkheden komen, dan komt de kans meer diepgang te gaan ontwikkelen - of niet.
De moeilijkheden beginnen gewoonlijk als sommige groepsleden niet meer tevreden zijn met de roze wolk van positiviteit, waarin de groep tot dan toe verkeerd heeft. Zij beginnen het gevoel te krijgen dat er iets ontbreekt, dat het niet helemaal 'echt' is wat er gebeurt. Als ze hieraan uiting geven worden ze een soort dwarsliggers. Soms tot ergernis van anderen, die het gevoel hebben 'dat we het zo goed hadden samen'. Dan begint de tweede fase, de fase van chaos, van wrijving. Sommige groepen komen nooit verder dan hier, omdat ze de verschillen en de gevoelens die daardoor opgeroepen worden niet onder ogen willen zien. Ze blijven korte of langere tijd op dit punt hangen en houden dan op te bestaan. Zoals sommige relaties nooit verder komen dan het stadium van verliefdheid.
Als een groep zich wel verder wil ontwikkelen in de richting van een echte gemeenschap, zal die de nieuwe realiteit onder ogen moeten zien, en daar iets mee moeten doen. Dit is gewoonlijk een ongemakkelijke fase in het leven van een groep. De oude manier van samenzijn werkt niet meer en een nieuwe manier is nog niet gevonden. Groepsleden gaan ieder op hun eigen manier op zoek naar hoe die nieuwe manier eruit zou kunnen zien. Sommigen hebben misschien het idee dat het goed is voor de groep als er een duidelijker struktuur is of een heldere manier om besluiten te nemen. Anderen zien de oplossing er wellicht in dat er minder gepraat en meer gedaan moet worden. Weer anderen denken dat het beter zou werken als de groepsleden minder vanuit hun verstand en meer vanuit hun gevoel zouden praten. Het komt vaak voor dat groepsleden anderen proberen te overtuigen van hun zienswijze, maar gewoonlijk lukt het niet de hele groep te overtuigen. Daardoor blijft een impasse bestaan.
In deze fase kunnen groepsleden het gevoel krijgen dat ze zich niet thuisvoelen in deze groep en sommigen beginnen af te haken, ofwel fysiek, ofwel mentaal. Dat laatste kan bijvoorbeeld gebeuren als mensen beginnen te denken dat deze groep toch niet bij hen past. Het waardevolle van deze fase is dat de verschillen in de groep duidelijk aan het licht komen: de roze wolk lost op en de groep wordt realistischer. Om verder te komen in de ontwikkeling van de groep is dit absoluut nodig. De strijd die in deze fase ontstaat als poging met de verschillen om te gaan, brengt echter gewoonlijk geen oplossing.
Om verder te groeien in de richting van een gemeenschap is er daarom een derde fase nodig. Scott Peck noemt dit de fase van leegte. Anderen overtuigen lukt niet en het enige dat er opzit, is dat groepsleden onderzoeken, wat ze bij zichzelf kunnen veranderen om de stagnatie te doorbreken. Een van de belangrijke stappen die zij kunnen zetten, is dat ze zich leegmaken van de verwachtingen die ze hebben van de anderen. Dat is soms een moeilijke en pijnlijke stap, omdat het inhoudt dat je moet erkennen dat de anderen (weer) niet voor je betekenen, wat je gehoopt had dat ze zouden betekenen. Wat je in feite in deze fase moet doen, is ophouden de verantwoordelijkheid voor jouw welbevinden bij anderen te leggen en volledig verantwoordelijkheid voor jezelf gaan nemen. Een gemeenschap is niet levensvatbaar als mensen op elkaar leunen en van elkaar afhankelijk zijn.
Als een groep succesvol is in het loslaten van verwachtingen ontstaat er, meestal geleidelijk, een gevoel van echte gemeenschap. Dit is de overgang naar de vierde fase: community. Deze fase wordt gekenmerkt door een grote mate van wederzijdse acceptatie, die veel realistischer is dan in de eerste fase: de verschillen zijn duidelijk geworden en de groepsleden hoeven niets meer voor elkaar te verbergen. Mensen voelen zich vrij in de groep, soms is er uitbundigheid, soms stilte. Als er stilte is, voelt die veel vrediger aan dan voorheen en niet meer gespannen. In sommige groepen komt er veel creativiteit en productiviteit vrij. Mensen voelen zich 'stromend' en dan kan er heel veel energie vrijkomen die door de groep benut kan worden. De verschillen worden niet langer als lastig ervaren, maar als plezierig en waardevol, omdat de groepsleden daardoor van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen aanvullen als de groep een taak wil verrichten.
De fase van community is niet blijvend. Na verloop van tijd kan een groep terugvallen in een eerdere fase van zijn ontwikkeling. Er kan opnieuw chaos of pseudo-community ontstaan. Dat voelt vaak als een teleurstelling, èn het is de realiteit van alle levensprocessen dat er een golfbeweging is met toppen en dalen. Als dit gebeurt is er opnieuw werk aan de winkel voor de groep.
Wat soms ook kan gebeuren, is dat de overgrote meerderheid van een groep community ervaart, maar dat enkele groepsleden zich daar geen deel van voelen. Dat kan pijnlijk zijn, zowel voor de mensen die wel gemeenschap met elkaar ervaren, als voor de mensen die zich daar geen deel van voelen. Soms vormen de mensen die zich geen deel voelen van de gemeenschap een voorbode van een nieuwe cyclus van verdieping van de gemeenschap in de groep.
De ervaring van community building
Het bovenstaande zal voor veel mensen herkenbaar zijn, met name het gedeelte over de eerste twee fasen van community building: pseudo-community en chaos. De meesten van ons hebben daarin nogal wat ervaring opgedaan. Jammer genoeg komen veel groepen niet verder dan de eerste twee fasen. Sommige groepen bereiken spontaan community, bijvoorbeeld als zich een crisis voordoet. Velen kennen de ervaring dat bij het overlijden van een dierbare oude grenzen, die mensen gescheiden hielden, plotseling kunnen wegvallen. Er ontstaat dan een nieuw gevoel van verbondenheid. Tot veler teleurstelling verdwijnt dat gevoel van verbondenheid na verloop van tijd ook weer, en meestal ontbreken de vaardigheden om het opnieuw op te bouwen.
Community building ervaren in een workshop
Er worden, ook in Nederland, community building workshops gegeven. In twee dagen kunnen de deelnemers ervaren hoe het is om met elkaar een gemeenschap op te bouwen volgens de hier beschreven principes. Geen gemeenschap vanuit crisis, maar vanuit de bewuste keuze van de deelnemers om met elkaar een gemeenschap op te bouwen. Door de ervaring in die workshop kunnen de deelnemers ook vaardigheden leren die belangrijk zijn om op andere plekken in hun leven gemeenschap op te bouwen. Workshops worden zowel georganiseerd voor mensen die elkaar al kennen, als voor deelnemers die vreemden voor elkaar zijn.
In het begin van de workshop vertellen de begeleiders in het kort iets over community building en welke fasen een groep daarbij gewoonlijk doorloopt. Verder vertellen ze iets over welk gedrag van de deelnemers kan helpen om tot een gemeenschap te komen en welk gedrag gewoonlijk averechts werkt. Daarna is het de taak van de groep om in twee dagen een gemeenschap op te bouwen. De begeleiders ondersteunen daarbij door hun accepterende en respecterende aanwezigheid, door de tijd te bewaken, en door soms feedback te geven over wat zij in de groep zien gebeuren. Zij sturen het proces niet. Ze zijn geen trainers die de groep de weg wijzen naar gemeenschap. De verantwoordelijkheid om die weg te vinden en te gaan ligt volledig bij de groep zelf, en de begeleiders nemen die op geen enkel moment over van de groep.
Hoewel de vier genoemde fasen regelmatig herkenbaar zijn, is de weg naar gemeenschap in feite voor iedere groep anders. Er is geen recept mogelijk. Iedere groep is uniek en moet een weg vinden die bij die groep past. Dat maakt iedere workshop anders en het is iedere keer weer een bijzondere ervaring het proces van gemeenschapsvorming mee te maken.
Niet alle groepen bereiken community in een workshop van twee dagen, maar alle groepen, of ze wel of niet community bereiken, hebben een zeer waardevolle ervaring, die voor de deelnemers gewoonlijk nog lang doorwerkt.
Voor bestaande groepen en organisaties zijn er workshops op maat mogelijk. Bij de vormgeving van deze workshops wordt rekening gehouden met de specifieke situatie, taak, geschiedenis en context
Meer weten?
Wie belangstelling gekregen heeft om meer te weten over community building kan erover lezen. De volgende boeken zijn de moeite waard (helaas allemaal alleen in het Engels):
M. Scott Peck, The different drum, Simon and Schuster, 1987.
M. Scott Peck, A world waiting to be born, Bantam Books, 1993.
D. Shadel and B. Thatcher, The Power of Acceptance, Building meaningful relationships in a judgmental world.
K. Godz (ed.), Community Building: Renewing Spirit and Learning in Business, Sterling & Stone, 1995.© Kees Voorberg, workshopleider.
Feanborch 4,
8403 BJ Jonkersland.
0513-461559.
Email: voorberg@worldonline.nl